Tot slot

Andere relevante wetgeving

De Wet toekomst pensioenen wordt de grootste operatie die we in het pensioenlandschap meemaken in de komende jaren. Toch is het goed om kort de aandacht te vestigen op een aantal andere wettelijke trajecten die ook van belang zijn voor adviseurs, werkgevers en werknemers.


Bedrag ineens

Onderdeel van de plannen om het pensioenstelsel beter te laten aansluiten bij de maatschappelijke ontwikkelingen, is de mogelijkheid om bij pensioeningang een bedrag ineens op te nemen. Van maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen. Dit is in een apart wetsvoorstel geregeld, niet in de Wet toekomst pensioenen. Om te voorkomen dat een deelnemer over dit bedrag een hoge loonheffing moet betalen, wordt het mogelijk gemaakt om het bedrag ineens uit te keren in het kalenderjaar volgend op de AOW-ingangsdatum. In een eerdere versie van het bedrag ineens kregen álle deelnemers de mogelijkheid te kiezen voor dit uitstel. Dit leidt echter tot een heel complexe uitvoering. In het nieuwe voorstel kunnen alléén deelnemers ervoor kiezen het bedrag uit te stellen (tot januari van het volgende jaar) die hun pensioen laten ingaan in de maand of de eerste dag van de maand volgend op de AOW-datum. Het ouderdomspensioen wordt direct verlaagd. Overlijdt een deelnemer voordat het bedrag ineens wordt uitgekeerd? Dan vervalt het bedrag ineens. Wel volgt er dan een nabetaling van het verschil tussen het ouderdomspensioen zonder verlaging door het bedrag ineens en het uitgekeerde ouderdomspensioen.


We vinden het opnemen van een bedrag ineens een goede keuzemogelijkheid, wel hebben we zorgen om het risico van teleurstellingen bij mensen die met pensioen gaan en niet alle gevolgen van de opname van een bedrag ineens kunnen overzien. Via onze Bedrag Ineens Barometer doen we periodiek onderzoek naar deze keuze.


'Bedrag ineens is een goede keuzemogelijkheid, wel is keuzebegeleiding hierbij belangrijk'.

Verlofsparen

Sinds 1 januari 2021 is de regeling om verlof te sparen uitgebreid van 52 naar 104 weken. Met deze uitbreiding, en de rol die verlofsparen kan spelen in de inkomensplanning, is ook de vraag gerezen of dit verlof buiten de onderneming kan worden geplaatst. Op die manier is de deelnemer beschermd tegen faillissementsrisico van de onderneming. En wordt het, bijvoorbeeld, ook eenvoudiger het verlof bij wisseling van baan mee te nemen. Minister van Armoedebestrijding, Participatie en Pensioenen Schouten schreef hierover onlangs een brief, waarin ze een aantal bezwaren beschrijft die hieraan blijven kleven.


Wet pensioenverdeling bij scheiding

Al enige tijd is het voornemen om pensioenverdeling bij scheiding aan te passen. Waar nu verevening de standaard is, zou dit veranderen naar conversie. Hierdoor krijgen deelnemer en ex-partner een eigen recht. De wet pensioenverdeling bij scheiding gaat schuiven. Dit als gevolg van alle veranderingen (vooral bij het partnerpensioen) in het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen. Daarom heeft de minister in de aanbiedingsbrief bij het wetsvoorstel aangekondigd dat het voornemen is om de nieuwe regels voor pensioenverdeling bij scheiding pas in te laten gaan op 1 januari 2027. Er is ook aangekondigd dat er een aantal overbruggingsmaatregelen komen tot die periode, deze worden later bekend.

Vragen over het pensioenakkoord? Stel ze via pensioenakkoord@nn.nl